Onderzoek PABO-afgestudeerden
Wat zijn PABO-studenten gaan doen na hun opleiding en wat heeft hun keuze beïnvloed?
Het personeelstekort in het primair onderwijs is een probleem dat in de afgelopen jaren steeds urgenter is geworden. In de regio Zuidoost Nederland werken schoolbesturen samen om het personeelstekort terug te dringen. Deze gezamenlijke regionale aanpak van het personeelstekort wordt gefinancierd vanuit de subsidieregeling regionale aanpak personeelstekort onderwijs 2020, 2021 en 2022 (RAP). In de regio Zuidoost Nederland zijn voor het Primair Onderwijs (PO) 4 RAP-projecten: RAP Arnhem-Renkum, RAP Nijmegen, RAP Florent/RTC-GU, RAP Noordoost-Brabant. Als onderdeel van het ontwikkelen van een gezamenlijke aanpak is het belangrijk om inzicht te krijgen in de doorstroom van de pabo-opleidingen van de HAN naar het werkveld; uit de strategische personeelsplanning van de Nijmeegse scholen komt het beeld naar voren dat het aantal afstudeerders aan de pabo-opleidingen voldoende zou moeten zijn om het personeelstekort in de regio op te vangen. Het is echter niet duidelijk waar de pabo-afstudeerders terecht komen; zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat een deel van de pabo-afstudeerders een baan vindt buiten de regio of mogelijk zelfs helemaal niet in het onderwijs gaat werken.
Dit onderzoek is uitgevoerd om schoolbesturen in de regio hier inzicht in geven zodat zij dit kunnen meenemen in hun strategische personeelsplanning (SPP). Dit sluit aan bij de RAP-doelen 1 en 3 en de recente verplichting om SPP onderdeel te laten zijn van het RAP-project. Ook sluit het aan bij de landelijke doelen voor brede regionale samenwerking in het kader van onderwijsarbeidsmarktvraagstukken. Door te onderzoeken waar afgestudeerden gaan werken en wat hun keuze heeft beïnvloed, kunnen pabo en schoolbesturen in het kader van leven lang ontwikkelen hier ook tijdens de opleiding al gezamenlijk op inspelen. Het doel van het inzicht in de doorstroom is om te komen tot een passende aanpak voor de personeelstekorten in de regio.
Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van de volgende onderzoeksvragen:
- Zijn afgestudeerden na diplomering gaan werken in het onderwijs? Zo ja, waar (gespecificeerd naar onderwijssoort, regio en bestuur)? En hoe verhoudt zich dat tot het landelijke beeld?
- Wat heeft de keuze beïnvloed om wel of niet in het onderwijs te gaan werken en hoe kijken afgestudeerden terug op de opleiding, de doorstroom van opleiding naar werk en de ervaring als starter in het beroep?
Voor de beantwoording van deze onderzoeksvragen is gekeken naar afstudeerders van de drie meest recente cohorten. Het gaat dus om HAN-studenten die zijn afgestudeerd in de studiejaren 2019/2020, 2020/2021 en 2021/2022. Hierbij gaat het om de opleidingen pabo, pabo-ALO, ALPO in de varianten voltijd, deeltijd (verkort), mijlpalenregeling of zij-instroomtraject.
Lees verder in het onderzoeksverslag.