IO/SO-dag VO/MBO
Donderdag 29 oktober waren 60 school- en instituutopleiders aanwezig bij de online variant van de IO/SO-bijeenkomst. In deze bijeenkomst delen school- en instituutsopleiders hun kennis en ervaring vanuit de partnerschappen in onze regio.
Door Covid-19 bevinden we ons in een onzekere, maar ook heel dynamische tijd. We spannen ons samen in om het Samen Opleiden ook nu betekenisvol vorm te geven. Zelfs op afstand weten we elkaar daarbij snel en goed te vinden. Om ervoor te zorgen dat we ons samen verder blijven ontwikkelen, zowel fysiek als op afstand, hadden we voor de SO/IO-dag een zo divers mogelijk programma samengesteld met vijf verschillende online workshops. Ter afsluiting waren er 2 kanalen toegankelijk waarin vragen gesteld konden worden aan de programmamanagers van de HAN en RDA.
De workshops die gegeven zijn:
1. Kalibreren moet je leren
(Jaimy Blaney Davidson, HAN)
In deze workshop gingen we aan de slag met de vraag: Hoe kunnen we de betrouwbaarheid van de beoordeling verhogen, ervoor zorgen dat de diverse begeleiders/beoordelaars een student dezelfde oordelen zouden geven op de leeruitkomsten.
2. Autonomie van de aankomende leraar
(John van der Kant, Academische opleidingsschool Noordoost Brabant, AOS NOB)
Schoolopleider John van der Kant van AOS NOB heeft in de kenniskring van Bob Koster onderzoek gedaan naar het thema ‘de autonomie van de aanstaande leraar’. In deze workshop deelde hij zijn kennis en ervaring en nodigde de deelnemers uit om over dit thema met elkaar in gesprek te gaan.
3. Werken met de nieuwe beoordelingsformulieren
(Gisbert van Ginkel, RDA)
De Radboud Docenten Academie werkt in 2020 voor alle stages met een nieuw beoordelingsformulier. In deze workshop verzamelden we de eerste ervaringen met het beoordelen hiermee. Instituutsopleider Gisbert van Ginkel (mede-ontwerper van het formulier) leidde de sessie.
4. Het begeleiden en opleiden in de 2 jarige master
(Hedwig de Krosse, RDA)
De tweejarige educatieve master is een relatief nieuw opleidingstraject met een opbouw die op een aantal fronten afwijkt van de éénjarige master. Zo hebben de studenten twee jaar de tijd om startbekwaam te worden, bewegen ze voortdurend heen en weer tussen de academische context en het werkplekleren en starten ze met een periode waarin ze nog niet meteen voor de klas hoeven. Dat biedt kansen, maar het vraagt soms ook om een andere manier van begeleiden. In de workshop gingen we in op de stagedoelen, het stagedossier en de praktijkopdrachten en de wijze waarop die kunnen helpen bij de invulling van het werkplekleren. Daarbij probeerden we ook concrete werkvormen uit.
5. Kennis en ervaring delen omtrent het driehoeksgesprek
(Annelies Claassen, projectleider Opleidingsschool Zutphen)
In deze workshop deelden we kennis en ervaring met elkaar omtrent het driehoeks-gesprek als begeleidingstool. Het voeren van het gesprek vanuit de verschillende perspectieven (student-werkplek- opleiding) is voor velen nog een uitdaging. Naast het delen, verkenden we met elkaar wat we nodig hebben om ons hier verder in te professionaliseren.